Ik kom bij Amy, een vrouw van eind dertig die in de sloppenwijken woont. Ze had me al verteld dat ze zich niet goed voelde, haar hele lichaam deed pijn en ze moest veel overgeven. We vermoeden allebei dat ze wellicht zwanger is, maar om dit zeker te weten, moet ze naar de dokter voor een zwangerschapstest. Nu, als ik naar de dokter ga in Nederland is dat vrij eenvoudig.
Stap 1: Bel de dokter voor een afspraak.
Stap 2: Ga naar de dokter.
Stap 3: Na een korte wachttijd word ik geholpen door de dokter.
Natuurlijk wist ik wel dat het er in Afrika anders aan toe zou gaan. Maar dat het doktersbezoek de hele ochtend zou duren, dat had ik niet verwacht. Ik neem je graag mee naar de sloppenwijk om samen met Amy 'even' naar de dokter te gaan.
9.00 uur
Na een vrolijke 'Bye bye, have a nice day!' stap ik uit de auto van taxichauffeur Zacharias, oftewel Zachi. Met één belletje haalt en brengt hij mij waar ik wezen moet. Waar ik eindeloos zou verdwalen, kent hij alle straatjes van de sloppenwijk. Ik stap door het houten hekje, gemaakt van verticale takken in de grond die samengebonden worden door prikkeldraad, op het erfje van Amy. Ze staat al klaar voor haar huisje, de golfplaten schitteren in de zon. Ik adem de geur in die typisch is voor de sloppenwijk: vuur. Voor het huisje heeft Amy een vuurtje gemaakt en boven het vuurtje hangt een pot waarin ze kan koken. Stromend water of elektriciteit hebben ze namelijk niet in de sloppenwijken. Koken doen ze op een gasstel, of gewoon op open vuur. Na even kort gekletst te hebben zegt Amy: 'Ok, let's go!'. Duidelijke taal. We gaan naar de dokter toe. Amy had mij gevraagd of ik met haar mee wilde lopen naar de dokter. Natuurlijk wilde ik dat, even een korte wandeling naar de dokter. Hartstikke gezellig en dan zie ik meteen wat meer van de sloppenwijk. Totdat ik er al gauw achter kom dat die korte wandeling uiteindelijk bijna een uur zal duren. Gelukkig brandt de zon nog niet op zijn allerfelst en waait er af en toe een verkoelende wind. Door de sloppenwijk lopen is een bijzondere ervaring. Ik kijk mijn ogen uit terwijl ik golfplaten huisjes zie staan die getransformeerd zijn tot haarsalons, kleine winkeltjes en bars. Vooral bars met harde muziek. Alcoholverslaving komt hier veel voor. We lopen langs mensen die zonder schaamte hurkend hun behoefte doen in een van de weinig bosjes. Terwijl ik alles in mij opneem, merk ik dat ik ook bekeken word. Een witte vrouw in de sloppenwijk, dat is een bijzonder gezicht. De kinderen kijken met grote ogen en de mannen roepen ons na. 'Hi, I love you' roept er een. Welkom in de sloppenwijk.
9.45 uur
Ik durf Amy bijna niet meer te vragen of het nog ver is naar de kliniek. Maar ik doe het toch. Ze glimlacht 'We're almost there.'. Ze vertelt mij dat ze veel naar de kliniek heeft moeten lopen toen haar jongste zoontje ziek was. Ze heeft geen auto ter beschikking, dus dan is lopen het enige vervoersmiddel in de sloppenwijk. Ik moet er niet aan denken om zo'n eind te moeten lopen, met je zieke kind, maar al helemaal niet als je zelf ziek bent. Het is duidelijk te zien dat Amy zich niet goed voelt, maar ze blijft gestaag doorlopen terwijl ik naast haar door het mulle zand slof. Haar doorzettingsvermogen en haar positieve houding maken indruk op mij. Eindelijk wijst ze met haar vinger, daar is het. En ja hoor, tot mijn grote opluchting zie ik een groot boord met daarop Epaco Clinic. We zijn er.
9.50 uur
De kliniek is omgeven door hoge muren en een ijzeren hek. Er staat een soort toezichthouder bij het hek, die de deur opent voor ons. Ook hij bekijkt mij van top tot teen en vraagt aan Amy of ik haar dochter ben. We lachen ongemakkelijk en lopen door naar een soort open ruimte. De muren zijn tot de helft open en het dak is gemaakt van golfplaten. In de ruimte staan oncomfortabele ijzeren banken, waarop we plaats nemen. Amy legt uit dat dit de 'eerste' wachtkamer is. Steeds schuiven we een plekje op op de bank. Vanaf mijn bank zie ik een groep mensen in de brandende zon zitten. Dat is de 'tweede' wachtkamer. Er is weinig tot geen schaduw. Daar zit je dan, ziek te wezen.
11.50 uur
We zijn inmiddels twee uur verder en zijn een aantal plaatsen opgeschoven. De afgelopen uren hebben we zitten wachten, wachten, wachten. Mensen wuiven zichzelf koelte toe met hoeden en gebruiken tassen als bescherming tegen de zon. Kleine kinderen slapen in de armen van hun moeders en af en toe gebeurt er iets spannends, zoals de politieauto die een gevangene uit de auto trekt en de kliniek in sleurt.
Ook bij de kliniek trek ik ongewild aandacht. Vanuit mijn ooghoeken zie ik een klein omaatje naar mij gluren. Ineens staat ze op en loopt recht op mij af. De vele rimpels tekenen haar gezicht en in haar mond zitten nog maar een paar tanden. Ze slaat op mijn schouder en met een grote glimlach brabbelt ze iets tegen mij in haar eigen volkstaal. De security guard komt er meteen aan om haar weg te trekken en spreekt haar belerend toe. Wat ze precies zegt kan ik niet verstaan. Ik kan wel verstaan wat het omaatje met een ondeugende grijns zegt: 'She's my sister, she's my sister.'. Iedereen moet lachen om deze kleine vrouw met een grote (tandloze) mond.
12.10 uur
Eindelijk, eindelijk zijn we aan de beurt! We lopen het kamertje in van de dokter en terwijl ik aan het wachten ben op Amy die haar urine moet inleveren, maak ik een praatje met de dokter. Ze vertelt over haar twee zoontjes, en dat ze graag nog een meisje zou willen. Maar alleen als de Heere God die wil geven aan haar. Na een zwangerschapstest, bloedafname en nadat we medicijnen hebben opgehaald bij de kleine apotheek, lopen we weer naar buiten. De zon brandt genadeloos en de wind is gaan liggen. Tijd om de lange weg naar huis te lopen. Maar deze keer met een blije Amy. Want de zwangerschapstest? Die was positief.
Reactie plaatsen
Reacties