Kerkdienst op slippers en kippenpoten

Gepubliceerd op 1 januari 2025 om 17:18
Kerktoren in het dorp

“Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam, bekleed met witte gewaden en palmtakken in hun hand. En zij riepen met een luide stem: De zaligheid is van onze God, Die op de troon zit, en van het Lam! En alle engelen stonden rondom de troon, de ouderlingen en de vier dieren. Zij wierpen zich vóór de troon neer met hun gezicht ter aarde en aanbaden God, en zeiden: Amen. De lofprijzing, de heerlijkheid, de wijsheid, de dankzegging, de eer, de kracht en de sterkte is aan onze God tot in alle eeuwigheid. Amen.” (Openbaring 7:9-12)

Het nieuwe jaar is begonnen! De feestdagen liggen achter ons, en 2025 is van start gegaan. Dit jaar was de kerst bijzonder: geen uitgebreide diners en geen gezellige lichtjes. Toch was het een waardevolle tijd. We vierden de geboorte van onze Heere Jezus en stonden vooral stil bij Zijn wederkomst. Hij kwam ooit als een kwetsbare baby, maar zal binnenkort terugkomen in al Zijn glorie. Wat een vooruitzicht: niet alleen herders en wijzen zullen Hem aanbidden, maar ieder mens zal voor Hem buigen.

Geen uitgebreide kerstviering dus, maar de wekelijkse kerkdienst is dat wel. In Afrika is de dienst een ervaring op zich – verrassend, chaotisch, en altijd anders. Tijd om jullie dus een keertje mee te nemen. Na ruim twee maanden hier te wonen, begrijp ik nog steeds niet precies hoe alles verloopt. Soms verschijnt de voorganger niet; soms duikt er een onverwachte gast op. Het onvoorspelbare maakt het bijzonder, al zal ik de voorspelbare kerkdienst in Nederland meer waarderen als ik weer terug ben. 

 

De kerkdienst

Om 9 uur ’s morgens lopen we op onze slippers het schoolgebouw van Light for the Children binnen, middenin de sloppenwijk. Dit gebouw doet dienst als kerk. De ruimte is groot, met gele muren en een betegelde vloer. Voorin staat een verhoging die als podium fungeert. Plastic stoeltjes staan al klaar. Terwijl de beamer aangesloten wordt voor de Bijbelplaten, begroeten de aanwezige gemeenteleden elkaar en maken een kort praatje. 

Volgens mij heeft de dienst geen vaste starttijd - vaak beginnen we ergens tussen 9 en 9.30 uur. Zelfs een halfuur nadat we begonnen zijn druppelen er nog mensen binnen en daar kijkt niemand van op. Marcus, een gemeentelid, neemt de leiding. Hij kondigt enthousiast aan dat het de laatste zondag van het jaar is – reden voor feest! “Wie heeft er een lied op zijn hart?” vraagt hij. Een voor een staan mensen op om een lied in te zetten, en de rest zingt en klapt mee. Kinderen, jongeren, en vaste zanggroepjes treden op. Zelfs de mannen worden uitgedaagd om te zingen. Wat begint als wat ongemakkelijk gelach, eindigt in een prachtig mannenkoor. Iedere keer weer verbaas ik mij over het prachtige zangtalent dat bijna iedereen hier lijkt te bezitten.

Na een halfuur vind ik dat we wel genoeg gezongen hebben, maar Marcus is er nog niet klaar mee. ‘Het is feest vandaag! Laten we de Heere prijzen. Iedereen moet zingen.’ . En zijn ogen gaan speurend door de zaal, op zoek naar een slachtoffer. Hij wijst iemand achter mij aan: ‘Jij, heb jij iets op je hart om te zingen?’. En zo gaat hij verder. Met samengeknepen billen zit ik op mijn stoel. Hier houdt mijn introverte kant helemaal niet van. Krampachtig probeer ik alvast een lied te bedenken om te zingen, maar gelukkig word ik deze zondag gespaard. En dan eindelijk, nadat we een uur gezongen hebben, mijn handen tintelen van het klappen en mijn keel droog is van het zingen, is het zingen voorbij. Tijd voor het volgende onderdeel: de geloofsbelijdenis. 

Marcus neemt nog steeds de leiding en hij roept ons op om te gaan staan. De kerkdienst mag dan wel bijna drie uur duren, door het vele opstaan en het uitbundige klappen tijdens het zingen val je niet in slaap. Samen zeggen we hardop de geloofsbelijdenis op. Het is mooi om al die stemmen de woorden ernstig te horen spreken; in het Afrikaans, Engels en verschillende stamtalen. Na de geloofsbelijdenis bidden we om een zegen over de dienst en om een zegen voor de voorganger. Ik ga zitten en neem een flinke slok water. Inwendig zucht ik zachtjes. Ook al is het ochtend, de hitte kruipt gestadig het gebouw binnen. We zijn al een hele tijd bezig, maar nog lang niet klaar.

Terwijl ik probeer te luisteren naar de preek, is het moeilijk om niet afgeleid te worden. Mensen lopen in en uit, de allerkleinsten spelen met elkaar in het gangpad en af en toe hoor je een baby jammeren op de schoot van hun moeder. Een man loopt naar buiten en komt even later terug met kleine zakjes chips voor de kinderen en nog iets. Ik kijk nog een keer goed, want ik denk eerst dat ik mij vergis. Maar het is toch echt zo! Ik zie de kleine kinderen kluiven op kippenpoten. Echte kippenpoten, met van die lange tenen. Terwijl zij van de delicatesse smullen onderdruk ik een vlaag van misselijkheid en concentreer mij gauw op iets anders. Hier dus geen rol mentos tijdens de dienst, maar een kippenpoot. Ineens zie ik het voor mij: keurige vrouwtjes in de kerk die ineens een zakje kippenpoten tevoorschijn toveren en kluivend naar de dominee luisteren terwijl het vet over hun kinnen druipt.

De preek duurt gelukkig niet zo lang als het zingen, en na ruim een halfuur is de verkondiging voorbij.  De eerste keer maakte ik de vergissing door te denken dat de kerkdienst dan zeker bijna afgelopen is, zodra de verkondiging voorbij is. Maar de kerkdienst kan nog een hele tijd duren. We zingen weer wat liederen met elkaar, en mensen krijgen de mogelijkheid om Bijbelteksten voor te lezen of iets anders te delen wat op hun hart ligt. Dan is het tijd voor de collecte. Voorin, op een plastic stoel staat een mandje. Terwijl het ‘collectelied’ wordt ingezet (zo noem ik het maar want dat wordt steeds gezongen als de collecte gehouden wordt) lopen de gemeenteleden naar voren om geld in het mandje te doen. Als iedereen weer op zijn stoel zit, staat een man uit de gemeente op en pakt het mandje op. Hij dankt en bidt voor het geld. Daarna telt hij of iemand anders het geld, terwijl de rest weer een lied inzet. En dan wordt het bedrag bekendgemaakt. Deze zondag is er 145 dollar opgehaald. Dat klinkt veel,  maar omgerekend is dat een bedrag van 7.40 euro. Gul gegeven, maar in onze Westerse ogen stelt het bedrag bijna niks voor. Het is een confronterende herinnering aan de armoede hier. 

Na de collecte is het tijd voor het dankgebed. De dienst zit er bijna op. Als we gedankt hebben, vraagt de voorganger om een zegen, en als het amen klinkt, zucht ik opgelucht. Het is inmiddels half twaalf, ik heb het warm en mijn maag vraagt om eten. Gezamenlijk ruimen we snel de stoelen op, praten nog wat na en stappen dan vlug in de auto met airconditioning. Op naar huis voor een warme lunch én zondagsrust.

Reactie plaatsen

Reacties

Nicolien
een jaar geleden

Julia, wat kan je toch prachtig en beeldend schrijven, ik heb er van genoten. Terwijl ik het zo las, zat ik gewoon weer naast je. 😁